Vastgoedjournaal, 1 nov 2015 – ‘Bij Gapph krijgt nagenoeg elke eigenaar iets terug’

In korte tijd heeft Gapph zich ontwikkeld tot de derde leegstandsbeheerder in Europa. De ambities van operationeel directeur Johan van Haaster reiken verder. Hij voorziet sterke groei in de beheeractiviteiten in Amsterdam en Den Haag. Ook lonkt Gapph naar de Duitse markt.

Gapph bestaat nog maar twee jaar. Daarvoor was Van Haaster ruim vijf jaar werkzaam bij FMT vastgoedbeheer. Hij is met Jeroen Fanchamps, de voormalige eigenaar van FMT vastgoedbeheer, eigenaar van Gapph. Terwijl de concurrentie ook bezig is met transformatie- en nieuwbouwprojecten, wil Van Haaster niet in het vaarwater van zijn opdrachtgevers vertoeven. De dienstverlening varieert van alleen beveiliging tot tijdelijke verhuur voor langere tijd op basis van de Leegstandwet.

“Wij blijven nadrukkelijk bij onze leest, maar zijn daarin wel innovatief. Veel kleine beheerders bieden alleen anti-kraakoplossingen. De gebouweigenaar ontvangt daarvoor geen vergoeding. Wij denken als volwaardige marktpartij graag met de eigenaar mee. Er zijn steeds vaker mogelijkheden voor tijdelijke exploitatie voor een langere periode. Vervolgens werken we samen met de gebouweigenaar een verdienmodel uit. Bij ons krijgt nagenoeg elke eigenaar iets terug. Dat is een belangrijk verschil met andere beheerders. Daarmee winnen we veel terrein. We worden veelvuldig benaderd door projectontwikkelaars en beleggers. Na aankoop van een pand is doorgaans veel tijd gemoeid met nieuwe planvorming. Voor de tussentijd leveren wij een positieve bijdrage aan de exploitatie. Soms leidt die wetenschap ook tot een hoger bod.”

Oorspronkelijk gebruik
Gapph handhaaft vaak het oorspronkelijke gebruik. “We kijken eerst naar de kwaliteiten van een pand. In een kantoor kan doorgaans gewoon worden gewerkt, dus gaan we op zoek naar de juiste ondernemers. In veel steden brengen we zo creatieve bedrijven bij elkaar.” Volgens Van Haaster wordt in Nederland nog veel te weinig gebruik gemaakt van de mogelijkheden van de Leegstandwet. “Corporaties gebruiken de wet wel veel, maar voor niet-woongebouwen is dat nog niet het geval. Terwijl de termijn tot tien jaar is opgerekt. Dat is royaal voldoende om een investering in bijvoorbeeld brandveiligheid, keukens en douches terug te verdienen. Bovendien kunnen wij mee-investeren.”

Speciale interesse gaat uit naar hergebruik van leegstaand zorgvastgoed. “We worden veelvuldig door zorgaanbieders en woningcorporaties benaderd om een oplossing te vinden voor leeg rakende verzorgingshuizen. Soms staat een zorginstelling deels leeg. Dan gaan wij op zoek naar tijdelijke bewoners. We hebben daar een speciale concept voor bedacht: Samenheid. Veel ouderen zijn eenzaam. We verwachten van de nieuwe bewoners dat zij oprechte interesse hebben in ouderen en op vrijwillige basis behulpzaam zijn. Dat kan door een oogje in het zeil te houden, het personeel te helpen of af en toe een spelletje te doen. Op die manier blijft zo’n complex veilig en leefbaar. Bovenal is het een manier om het financiële verlies door de uitstroom van cliënten te verminderen. In andere gevallen staat zo’n complex al helemaal leeg en dekken we via tijdelijke bewoning de exploitatielasten tot het moment van sloop of herbestemming.” Dergelijke oplossingen beperken zich, zo zegt Van Haaster, nadrukkelijk niet tot alleen de gebieden in Nederland met een gespannen woningmarkt. “Bijna overal in ons land is vraag naar betaalbare woonruimte. We zijn ook bezig met een tijdelijke exploitatie in Oude-Pekela.”

Dubbele omvang
Gapph biedt in totaal in Nederland, België en het Verenigd Koninkrijk op enkele duizenden adressen tijdelijk onderdak. Dat is nog maar het begin, meent Van Haaster. “Ons doel is om de beste te blijven en mogelijk worden we in Europa op enig moment ook wel de grootste. Tijdelijk gebruik laat zich makkelijk verdubbelen, maar dat is afhankelijk van de opstelling van gebouweigenaren. Veel eigenaren zien ondanks omvangrijke leegstand nog niet het belang van tijdelijke exploitatie.”

Eerder dit jaar heeft Gapph Interim Places overgenomen. “Eerst hebben we de Nederlandse activiteiten met in totaal 27 personeelsleden overgenomen. Nu zijn we bezig ook de Belgische activiteiten in onze organisatie onder te brengen. De Regie der Gebouwen heeft ons voor een periode van negen jaar aangewezen als beheerder van al het leegstaand Rijksvastgoed. We zijn de grootste leegstandbeheerder in Vlaanderen. Ook in Wallonië zien we goede kansen verder te groeien.”

Hoe bied je die snelle groei het hoofd? “We hebben met het oog op de toekomst een nieuwe organisatiestructuur ingevoerd. De Nederlandse activiteiten worden aangestuurd door een viertal regiomanagers. Bovendien hebben we afgelopen maand een nieuw hoofdkantoor in gebruik genomen. We zijn verhuisd van Nuenen naar de voormalige pastorie naast ‘De Steentjeskerk’ in Eindhoven.”

Beloofde land
Van Haaster kijkt naar nieuwe activiteiten in de Bondsrepubliek. “Duitsland is het beloofde land. De manier van zakendoen lijkt op de manier waarop we in Nederland tot zaken komen. Afspraak is afspraak. Bovendien hebben we veel contact met partijen die zowel in Nederland, als in Duitsland actief zijn. Om een goede start te maken willen we aanhaken bij een Duitse vastgoedbeheerder.”

Tegelijkertijd gaat de groei in Nederland onverminderd door. “Er komt veel handel aan in onder meer Amsterdam en Den Haag. We zullen daar op korte termijn kantoren openen om de plaatselijke markt goed te kunnen bedienen.”

Kan Gapph een bijdrage leveren aan de opvang van statushouders en vluchtelingen? “We zijn al voor verschillende gemeenten en corporaties bezig panden geschikt te maken. Onder meer in IJsselstein regelen we huisvesting voor tien gezinnen. De komende tijd zullen we meer van dergelijke activiteiten ondernemen.”

Bert Pots